SDG 07: Harelbeke verzekert toegang tot betaalbare, betrouwbare, duurzame en moderne energie voor iedereen

In het jaar 2022 hebben we de verbruiken via een externe en interne energieboekhouding grondig opgevolgd. Met regelmaat worden de meterstanden genoteerd waardoor we een beter inzicht krijgen welk causaal verband aan de verbruiken zijn verbonden.

De meeste gebouwen hebben meterstanden die reeds vanaf het jaar 2000 werden genoteerd. Ook hebben we nu duidelijkheid over de verdeling van de energiestromen. Dat resulteert in nog meer gedetailleerde analyses die ons in staat stellen om trends, impact van investeringen, functiewijzigingen, pijnpunten en mogelijke quick-wins in kaart te brengen.

Dit jaarrapport beperkt zich tot de samenvatting van de meest belangrijkste gebouwen van Stad Harelbeke, die ongeveer 80% van de totale energiekost (van gebouwen) uitmaken. Een detail-analyse van het energieverbruik per item en per gebouw kan men steeds opvragen bij de facilitaire dienst of raadplegen op sharepoint rubriek Energie. 

Elektriciteitsverbruik

elektriciteitsverbruik

De oranje stippellijnen geven ons de richting aan om aan de doelstellingen te voldoen. De onderste lijn geeft aan waar we in 2020 moesten eindigen volgens het burgemeestersconvenant (20% besparen t.o.v. 2005) en als we dat jaar als referentiejaar zouden nemen, waar we moeten eindigen om volgens de nieuwe intenties van de Vlaamse Gemeenschap in 2030 minstens 40% minder te verbruiken. Die doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschap starten officieel met referentiejaar 2015 en wordt daarom aangeduid door de bovenste oranje lijn. De gele puntjeslijn visualiseert ons interne klimaatplan, waarbij ieder jaar 1% wordt bespaard.

In 2020 hadden we een klein dipje gehad dat te verklaren is met de uitbraak van Covid19. In 2021 hebben we weer een heropleving gehad, dat wordt getemperd in 2022 vanwege de energiemaatregelen om de energiecrisis te bedwingen. Toch blijven we de Vlaamse doelstellingen niet halen, wel onze eigen doelstellingen. Door elektrificatie naar duurzamere gebouwen en wagens, is het logisch dat we voortaan meer elektriciteit zullen gebruiken.  Die stijging in verbruik wordt verzacht met de gedachte dat we onze elektriciteit groen (en dus hernieuwbaar) aankopen.

Als we toch nog de doelstellingen van 2030 willen halen, zal doorgedreven investeringen nodig zijn. Zonnepaneel-installaties met verhoogde zelfconsumptie, relighting, sturingen, sensibilisering, afstoten verlieslatende gebouwen, etc… zijn de belangrijkste items waar we de volgende jaren op moeten toeleggen.

Gasverbruik

gasverbruik

In deze grafiek worden diezelfde doelstellingen gevisualiseerd door de oranje en gele lijnen. Hier zien we duidelijk wat de impact van het warmtenet langs de Leie en de geothermie van school Zuid heeft teweeg gebracht. In 2021 hebben we een serieuze stijging in ons gas/warmtenet-verbruik, dankzij de extra ventilatie in scholen en culturele centra vanwege de corona-richtlijnen. In de tweede helft van 2022, hebben we extra maatregelen genomen om het verbruik en zo ons energiebudget te minderen. De temperaturen werden teruggedraaid tot 19°C, ketels bijgesteld, circulatiepompen werden vervangen, herindeling van burelen en ruimten… De impact hiervan is duidelijk zichtbaar en heeft dus geloond. We verwachten vanaf 2025, met de aansluiting van onze twee hoofdverbruikers op het warmtenet, nog een fikse daling in het gasverbruik.

Waterverbruik

waterverbruik

We zitten met een pak verouderde gebouwen die zich de laatste tijd vertalen in waterlekken die te laat worden gedetecteerd. In de jaren ’70 en ’80 werd ook niet geïnvesteerd in regenwaterrecuperatie waardoor we nu een hoge exploitatiekost hebben. We hopen dat het verbruik grondig zal dalen bij de vernieuwing van sommige gebouwen.

Met de nieuwe digitale watermeters die dit jaar worden voorzien, houden we ons verouderd leidingnet voorlopig in de gaten en kunnen daardoor sneller optreden bij ondergrondse leidingbreuken.

We blijven steeds een kleine daling hebben in ons waterverbruik. Indien we dit verder zouden simuleren tot 2030, zou de mogelijkheid bestaan om het waterverbruik van 2015 met de bijna de helft te verminderen. 

Kost per gebouw

kost per gebouw

Als we het verbruik van elektriciteit, gas, warmtenet en water vertalen in een kost per gebouw, dan verkrijgen we bovenstaande grafiek. Daar merken we dat stadhuis en CChetSpoor+bib onze grootste kostenmakers blijven.

Zoals verwacht, hebben we “woekerprijzen” gehad op gas en elektriciteit. Gelukkig zijn onze tarieven op het warmtenet mild gebleven. Toch mogen we van uit gaan dat de energiekost per gebouw in het algemeen met +75% is gestegen ten opzichte van 2020.

Conclusie

Stad Harelbeke blijft, volgens intercommunale Leiedal, een “leading”-rol spelen op het vlak van energiebewaking en doelgerichte energie-investeringen.

Onze kennis zal gedeeld worden met Stad Kortrijk en Howest om gezamenlijk een Energie Management Systeem op te zetten dat later kan gedeeld worden met andere Steden en Gemeenten. Door de digitalisering, laadpalen, energie-delen en batterijen, staan we voor een boeiende uitdagingen.

Facility en Grondgebiedzaken zal de komende jaren die leidersrol proberen te behouden door middel van een strikt programma van eisen voor de nieuwe gebouwen en innovatieve en doordachte investeringen voor de bestaande gebouwen.