Mijn stamboom

Hoe begin ik eraan?

  • De website www.familiegeschiedenis.be biedt een grondig overzicht over hoe je aan je familiegeschiedenis kan beginnen. 

  • Steeds meer persoonsgegevens zijn ook via het rijksarchief terug te vinden. Je vindt er ondermeer akten ouder dan honderd jaar online.

Een stamboom opmaken is ongetwijfeld een boeiende hobby. Het brengt je en jouw familie terug naar je oorsprong. Wie zijn we? Vanwaar komen we? Ongetwijfeld boeiende vragen. Maar hoe begin je eraan? Hieronder vind je meer uitleg stap voor stap.

Stap 1 De mondelinge overlevering

Begin met zoveel mogelijk gegevens te verzamelen in eigen familiekring.

  • Noteer alle gegevens (vooral anekdotes), niet alleen namen en data.

  • Opgepast voor onjuiste data.

  • Roepnamen zijn niet altijd de officiële namen. 

  • Wacht niet te lang, begin nu. Voor je het weet is een belangrijke informatiebron overleden.

  • Vraag zoveel mogelijk foto's (niet alleen van mensen maar ook van de plaatsen waar ze woonden). 

Stap 2: Geschreven bronnen op zolder of elders

In familiekring zijn allerhande documenten te vinden die een schat aan gegevens bevatten om je familiegeschiedenis of stamboom samen te stellen.

We onderscheiden officiële documenten: 

  • Identiteitskaarten

  • Trouwboekjes

  • Notariële akten 

  • Uittreksels uit akten van de Burgerlijke stand (o.a. geboorteakten)

En niet-officiële documenten:

  • Geboorte- of doopkaartjes

  • Eerste en plechtige communieprentjes 

  • Huwelijksbrieven, jubileavieringen 

  • Rouwbrieven, doodsprentjes 

  • Allerhande zoals lidmaatschapskaarten, brieven, diploma's, schoolrapporten, ... 

 Stap 3: de Burgerlijke Stand

 

De Burgerlijke Stand is een systeem van de overheid waarbij de gegevens die de staat van een persoon bepalen, worden vastgelegd door een openbaar ambtenaar in een aantal opgestelde geschreven bewijzen. De Burgerlijke Stand wordt georganiseerd op gemeentelijk niveau. De ambtenaar van Burgerlijke Stand is de burgemeester of op wens van de burgemeester een daartoe belast schepen. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand wordt in zijn taak bijgestaan door bedienden die de dienst verzekeren.

De Burgerlijke Stand registreert aangiften van geboorte, huwelijk en overlijden.

De Burgerlijke Stand is een moderne instelling, ontstaan na de Franse Revolutie en in België ingevoerd in 1796. Pas sinds de Nederlandse tijd (vanaf 1815) werkt de Burgerlijke Stand naar behoren. Het is de eerste informatiebron om exacte gegevens over onze voorouders op te zoeken.

Opgepast:

  • De Burgerlijke Stand is een gemeentelijke bevoegdheid. Je moet dus altijd de gemeente kennen waar jouw familielid is geboren, gehuwd of gestorven.

  • De Burgelijke Stand in Harelbeke is enkel toegankelijk na afspraak.

Om het opzoeken van gegevens in de Burgerlijke Stand te vergemakkelijken worden er tienjaarlijkse tafels gemaakt. 

Ze worden gemaakt door griffiers van de rechtbanken van eerste aanleg en bevatten: Geboorten, huwelijken en echtscheidingen en overlijdens.

Ze zijn strikt alfabetisch opgesteld.

Opgelet: de tafel van de huwelijken bevat meestal alleen de namen van de man.

Beste werkwijze:

  • In tienjaarlijkse tafels namen van familieleden opzoeken bij overlijdens.

  • Daarna de correcte overlijdensakte opzoeken .

  • Die bevat meestal verwijzingen naar de geboorteakte.

  • Huwelijksakte gemaakt in woonplaats bruid, bevatten veel gegevens .

Opgepast:

  • Tafels kunnen onvolledig zijn 

  • Akten kunnen fouten bevatten, vooral de schrijfwijze kan verschillen

Akten digitaal

Een deel van de akten van Harelbeke, Bavikhove en Hulste werden gedigitaliseerd door Bernard Bruggeman. Het resultaat van dit monnikenwerkje vind je op deze website: http://www.vrijwilligersrab.be

Stap 4 De bevolkingsregisters

Bevolkingsregisters worden bewaard in gemeentearchieven. Zij vullen de registers van de Burgerlijke Stand aan en zijn voor een gezinsreconstructie onontbeerlijk. 

Het bijhouden van de registers is verplicht in België sinds 1 januari 1847. Ze werden aangelegd op basis van de algemene volkstellingen. Deze tellingen zijn tienjaarlijks en de registers komen ook per 10 jaar voor.

De bevolkingsregisters bevatten per gezinslid:

  • Naam en voornamen 

  • Geboorteplaats en -datum 

  • Verwantschapsgraad met gezinshoofd 

  • Burgerlijke staat 

  • Nationaliteit 

  • Vroegere woonplaats 

  • Doodsoorzaak (sporadisch) 

  • Soms beroep - geloofsovertuiging

Opgepast:

  • Raadpleeg eerst de alfabetische index.

  • Bevolkingsregisters zijn openbaar na 120 jaar. Er zijn uitzonderingen mogelijk voor genealogisch en wetenschappelijk onderzoek. Via het archief kan je toestemming aanvragen voor toegang tot de niet-openbare bevolkingsregisters. 

  • Bevolkgingsregisters bevatten veel fouten betreffende schrijfwijze van namen.

  • Data zijn niet altijd exact

De bevolkingsregisters bestaan tot 1972 (begin rijksregister) en bevinden zich in het stadsarchief. 

Stap 5: Parochieregisters

Parochieregisters zijn de voorlopers van onze Burgerlijke Stand. 

Het is een kerkelijke bron waarin doopsels, huwelijken en overlijdens in geregistreerd werden. Soms ook treft men er lijsten van vormelingen en andere zaken in aan.

Parochieregisters van vòòr 1800 bevinden zich momenteel in rijksarchieven en niet meer bij de pastoor. Omdat parochieregisters door genealogen heel vaak geraadpleegd worden en daardoor aan slijtage onderhevig zijn, werden ze allemaal gemicrofilmeerd. Het zijn die microfilms die u moet raadplegen.

De oudste parochieregisters dateren van omstreeks 1482. We moeten echter wachten tot het concilie van Trente (1545-1563) eer parochieregisters gemeengoed vormen. Pas vanaf de 17de eeuw treffen we in bijna elk Vlaams dorp parochieregisters aan.

Joost en Gerard Opsomer maakten indexen op de parochieregisters van Harelbeke en Bavikhove. Je vindt er alle gegevens terug uit de registers netjes geordend. Je kan er alle dopen, huwelijken en begrafenissen in Harelbeke en Bavikhove vinden van 1597 tot 1803. Je kan ze terugvinden in het stadsarchief en op de website van de Vrijwilligers van het rijksarchief van Kortrijk en Brugge

Stap 6: Poorterslijsten, poorters en buitenpoorters

Inwoners van steden (poorters) hadden in het Ancien Regime een eigen statuut. Zij konden enkel berecht worden door stedelijke rechtbanken en werden vrijgesteld van bepaalde erfenisrechten die niet poorters wel dienden te betalen. 

Plattelandsbewoners lieten zich vaak in de stad registreren om van dezelfde rechten te kunnen genieten. Zij werden buitenpoorters genoemd.

Vaak werden er lijsten van poorters en buitenpoorters aangelegd. Die lijsten zijn belangrijke bronnen om voorouders terug te vinden. Vooral als u met uw stamboom wil opklimmen tot vòòr 1600, zijn poorterslijsten vaak de enige aanwijzing.

De Poorterslijsten van Harelbeke, Bavikhove en Hulste vind je in het rijksarchief van Kortrijk. Een interessante uitgave die je in het stadsarchief kan raadplegen zijn de penningkohieren van de XXe penning van Harelbeke en Hulste. Het zijn ook een soort belastinglijsten met daarin alle belastingplichtigen en hun eigendommen. Ze dateren uit het einde van de zestiende eeuw.

Stap 7: Wezerijregisters

In het Ancien Regime werd je automatisch als wees bestempeld als je minderjarig (minder dan 25 jaar) was en één of beide ouders verloren had. Gezien de late meerderjarigheid en de lage levensverwachting waren er heel veel wezen. Wanneer je wees werd, werden er voogden aangesteld die het beheer van de nalatenschap op zich namen en er moesten voor zorgen dat de goederen van de wees beschermd werden, vaak tegen eigen familieleden. Vandaar dat de voogden leden waren van de plaatselijke overheid.

Om de voogd zijn werk nauwkeurig te laten doen werden er staten van goederen opgemaakt. 

Die boedelbeschrijvingen bevatten vaak interessante gegevens en werden gebundeld in weesboeken of wezerijregisters. Staten van goederen bevatten niet alleen een opsomming van alle goederen van de overledene maar ook alle namen van de betrokken minderjarigen. Staten van goederen bieden dus zekerheid over bepaalde familiebanden.

De wezerijregisters van de Roede van Harelbeke vind je in het rijksarchief in Kortrijk.

8. Kwartierstaten

De Kwartierstaat is een opstelling van genealogische gegevens van de voorouders van een bepaald persoon. De kwartierstaat geeft het volledigste overzicht van de voorouders van de persoon in kwestie of de probandus. De probandus is iemand die je gebruikt als uitgangspunt bij het opstellen van een stamboom.

De probant (I) heeft altijd 2 ouders (II), 4 grootouders (III), 8 overgrootouders (IV), 16 betovergrootouders (V), 32 oudouders (VI), 64 oudgrootouders (VII), 128 oudovergrootouders (VIII), 256 oudbetovergrootouders (IX), enz. In generatie XXX spreekt men van edel-stam-oud-ouders. Iedereen heeft er daar 536 871 112 van.

9. Archiefbezoek: tips en trucs

Iedere genealoog kan mits wat speurwerk relatief makkelijk zijn voorouders tot aan de Franse tijd terugvinden. Wie verder wil gaan, zal verschillende archieven moeten bezoeken die bronnen bevatten van vòòr 1800.

Het bestuderen van de bronnen zorgt voor enkele moeilijkheden:

De taal

Zowel bronnen in het Nederlands als in het Frans hanteren een verouderde taal. Woorden worden gebruikt die we nu niet meer kennen. 

Middelnederlandse of -franse woordenboeken en idiotica bieden hulp.

Kerkelijke bronnen zijn bijna altijd in het Latijn opgesteld. Gelukkig kan met een minimale Latijnse woordenschat heel veel zaken ontrafeld worden.

Plaatsnamen

Verschillende schrijfwijzen en mogelijke verkeerde interpretaties zorgen vaak voor een verkeerde plaatsaanduiding. 

In het Ancien Regime worden parochienamen vaak verward met heerlijkheidsnamen. Zo is Landergem een heerlijkheid in Ingooigem en geen plaats (Landegem) nabij Gent.

Chronologie

In de overgangsperiode na de Franse revolutie (1792-1805) gebruikte men de republikeinse kalender met eigen jaar- en maandtelling. 

Onze jaarrekening is slechts in gebruik sinds 10 december 1582. Daarvoor was het gebruikelijk om een nieuwe jaar met Pasen te laten beginnen en niet met 1 januari. Ook namen van maanden kunnen anders zijn. Iemand geboren in de Louwmaand zag het levenslicht in januari.

Het schrift

Grootste probleem voor een beginnend vorser is echter het schrift waarin bronnen in het Ancien Regime werden opgesteld. Andere schrijfwijzen van letters, onbekende lettertypes, onleesbare handschriften, zijn slechts enkele van de problemen die u zal ontmoeten.

Enkel ervaring kan u helpen om vlot oude teksten te ontcijferen. Veel oefening baart effectief kunst. Veel verenigingen organiseren op verschillende tijdstippen cursussen paleografie. Dit is de hulpwetenschap die u leert om oude teksten te leren lezen en te ontcijferen. Een beginnend vorser zal veel geduld moeten oefenen om zijn eerste teksten te lezen. Probeer niet te lopen vooraleer u kan gaan.

Belangrijkste archieven in onze streek:

10. Nuttige links